2. Wanneer tijdens visserijactiviteiten in nieuwe en bestaande bodemvisserijgebieden in het gereglementeerde NEAFC-gebied de hoeveelheid levend koraal of levende sponzen per uitzetting meer dan 60 kg levend koraal en/of 800 kg levende sponzen bedraagt, brengt het vaartuig zijn vlagstaat daarvan op de hoogte, staakt het het vissen en verwijdert het zich ten minste 2 zeemijl van de positie die volgens de beschikbare gegevens het dichtst is gelegen bij de exacte locatie waar deze vangst is gedaan.
2. Werden bei Fangeinsätzen in neuen oder in etablierten Grundfanggebieten im NEAFC-Regelungsbereich je Fanggerät mehr als 60 kg lebende Korallen und/oder mehr als 800 kg lebende Schwämme gefangen, so unterrichtet das Fischereifahrzeug seinen Flaggenstaat, stellt den Fischfang ein und entfernt sich mindestens zwei Seemeilen von der Position, die den Anhaltspunkten zufolge die größte Nähe zum genauen Ort aufweist, an dem der Fang getätigt wurde.