Traduction de «percentage slecht presterende 15-jarigen » (Néerlandais → Allemand) :

* tegen 2010 moet het percentage van slecht presterende 15-jarigen op het gebied van leesvaardigheid in de Europese Unie met minstens 20% gedaald zijn ten opzichte van 2000.
* bis 2010 sollte der Anteil der 15-jährigen mit geringer Lesekompetenz in der EU um mindestens 20 % gegenüber dem Jahr 2000 zurückgegangen sein.

Het percentage slecht presterende leerlingen voor wiskunde bleef nog hoger (22,2 % in 2015, een lichte stijging ten opzichte van de 22,1 % in 2012).
Noch höher ist nach wie vor der Anteil der Schüler mit schwachen Leistungen im Fach Mathematik (22,2 % im Jahr 2015, also leichter Anstieg gegenüber den 22,1 % im Jahr 2012).

Het percentage slecht presterende leerlingen steeg tussen 2012 en 2015 voor wetenschap van 16,6 % naar 20,6 % en voor lezen van 17,8 % naar 19,7 %; voor wiskunde bleef het gelijk op ongeveer 22 %.
Der Anteil der Schülerinnen und Schüler mit schlechten Leistungen erhöhte sich zwischen 2012 und 2015 im Bereich Naturwissenschaften von 16,6 % auf 20,6 % und im Bereich Lesekompetenz von 17,8 % auf 19,7 %, während er im Bereich Mathematik bei rund 22 % stagnierte.

Door de nieuwe PISA-gegevens wordt Europa wakker geschud: het percentage slecht presterende leerlingen voor wetenschap is gestegen van 16,6 % in 2012 naar 20,6 % in 2015.
Die neuen PISA-Daten sind ein Weckruf für Europa: Der Anteil der Schülerinnen und Schüler mit schlechten Leistungen in den Naturwissenschaften stieg von 16,6 % im Jahr 2012 auf 20,6 % im Jahr 2015.

1. Percentage slecht presterende 15-jarigen voor wetenschap, 2009
1. Anteil der 15-Jährigen mit schlechten Leistungen in Naturwissenschaften in Prozent (2009)

1. Percentage slecht presterende 15-jarigen voor wiskunde, 2009
1. Anteil der 15-Jährigen mit schlechten Mathematikleistungen in Prozent, 2009

De monitor meet de vooruitgang in de EU ten aanzien van de zes streefcijfers voor onderwijs en opleiding voor het jaar 2020: (1) Het percentage voortijdige schoolverlaters (in de leeftijdsgroep van 18 tot 24 jaar) moet minder dan 10 % bedragen, (2) het percentage 30- tot 34-jarigen met een diploma tertiair onderwijs moet ten minste 40 % bedragen, (3) ten minste 95 % van de kinderen tussen vier jaar en de leerplichtige leeftijd voor het lager onderwijs moet deelnemen aan onderwijs, (4) het percentage 15-jarigen met ondermaatse prestaties voor lezen, wiskunde en wetenschappen moet minder dan 15 % bedragen, (5) 82 % van de pas afgestudeerde jongeren van 20 tot 34 jaar met een diploma hoger secundair of tertiair onderwijs die geen onderwijs of opleiding volgen, moet een baan hebben, (6) ten minste 15 % van de volwassenen (de leeftijdsgroep van 25 tot 64 jaar) moet deelnemen aan formeel of niet-formeel leren.
Er misst die Fortschritte der EU im Hinblick auf sechs Ziele für die allgemeine und berufliche Bildung 2020: (1) Der Anteil der frühzeitigen Schul- und Ausbildungsabgänger im Alter zwischen 18 und 24 Jahren soll unter 10 % sinken; (2) 40 % der 30‑ bis 34-Jährigen sollen über einen Hochschul- oder gleichwertigen Abschluss verfügen; (3) mindestens 95 % der Kinder zwischen vier Jahren und dem gesetzlichen Einschulungsalter sollen an frühkindlichen Bildungsmaßnahmen teilnehmen; (4) der Anteil der 15-Jährigen mit unzureichenden Kenntnissen in Lesen, Mathematik und Naturwissenschaften soll unter 15 % liegen; (5) 82 % der Absolventinnen und Absolventen (Sekundarstufe II bis tertiäre Bildung) zwischen 20 und 34 Jahren, die an keiner weiteren schulischen oder beruflichen Bildungsmaßnahme teilnehmen, sollten einer Beschäftigung nachgehen; (6) mindestens 15 % der Erwachsenen sollen am formalen oder nichtformalen Lernen teilnehmen.

Doelstelling voor 2020: het percentage 15-jarigen dat slecht presteert voor lezen, wiskunde en wetenschappen [1].
Benchmark 2020: Der Anteil der 15-Jährigen mit schlechten Leistungen in den Bereichen Lesen, Mathematik und Naturwissenschaften[1] sollte unter 15 % liegen.

Toch behoren vier lidstaten (EE, FI, PL, NL) tot de best presterende landen van de wereld met een percentage van zwak presterende leerlingen voor wiskunde onder de EU-doelstelling van 15 %.
Vier Mitgliedstaaten (EE, FI, PL, NL) rangieren jedoch unter den leistungsstärksten Ländern weltweit mit einem Anteil von leistungsschwachen Schülerinnen und Schülern in Mathematik unterhalb der EU-Benchmark von 15 %.

Enkele statistieken: het percentage 15-jarigen dat minstens eenmaal per week rookt is 33% in Oostenrijk, 28% in België (Vlaanderen), 24% in Denemarken, 29% in Engeland, 29,5% in Frankrijk (althans in een aantal onderzochte regio's) 30,5% in Duitsland (althans in een aantal onderzochte regio's), 18,5% in Griekenland, 25% in Ierland, 16,5% in Portugal, en 21% in Zweden ("Health and Health behaviour among young people in Europe", HBSC-enquête 1997-98, WHO Regional Office for Europe).
Einige statistische Angaben: Der Prozentsatz der 15Jährigen, die zumindest jede Woche rauchen, liegt in Österreich bei 33%, in Belgien (Flandern) bei 28%, in Dänemark bei 24%, in England bei 29%, in Frankreich (gilt nur für einige Regionen) bei 29.5%, in Deutschland (gilt nur für einige Regionen) bei 30.5%, in Griechenland bei 18.5%, in Irland bei 25%, in Portugal bei 16.5% und in Schweden bei 21% („Health and Health behaviour among young people in Europe", HBSC-Erhebung 1997-98, WHO Regionalbüro für Europa).