4. In aangelegenheden die krachtens artikel 10, artikel 11, lid 4, artikel 16, lid 2, en artikel 27, lid 1, onder a), en lid 2, van deze richtlijn aan het permanent comité worden voorgelegd, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en lid 5, onder b), en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
4. In den Fällen, die gemäß Artikel 10, Artikel 11 Absatz 4, Artikel 16 Absatz 2 und Artikel 27 Absatz 1 Buchstabe a und Absatz 2 der vorliegenden Richtlinie an den Ständigen Ausschuss verwiesen werden, sind Artikel 5a Absätze 1 bis 4 und Absatz 5 Buchstabe b sowie Artikel 7 des Beschlusses 1999/468/EG unter Beachtung von dessen Artikel 8 anzuwenden.