Die middelen zijn afgeleid primo, uit de schending van de artikelen 9 en 87 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en van de artikelen 1, 2, 2, 25, 48 en 51, 1, 3°, van het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de gemeenschaps- en gewestregeringen, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, secundo, uit de schending van de regels inzake d
e wijziging van het personeelsstatuut die slechts pro memorie wordt aangevoe
...[+++]rd, tertio, uit de schending van het gelijkheidsbeginsel, quarto, uit de schending van artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 en, quinto, uit de schending van artikel 49, 1, van het voormelde koninklijk besluit van 26 september 1994.Diese Klagegründe beruhen erstens auf einem Verstos gegen die Artikel 9 und 87 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen und die Artikel 1 2, 2, 25, 48 und 51 1 3° des königlichen Erlasses vom 26. September 1994 zur Festlegung der auf das Personal der Dienststellen der Gemeinschafts- und Regionalregierungen sowie der von ihnen abhängenden juristischen Pe
rsonen öffentlichen Rechts anwendbaren allgemeinen Grundsätze des Verwaltungs- und Besoldungsstatuts der Staatsbediensteten, zweitens auf einem Verstos gegen die Vorschriften bezügli
ch der Änderung des Personalstatuts ...[+++], die nur pro memoria angeführt werden, drittens auf einem Verstos gegen den Gleichheitsgrundsatz, viertens auf einem Verstos gegen Artikel 9 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 und fünftens auf einem Verstos gegen Artikel 49 1 des vorgenannten königlichen Erlasses vom 26. September 1994.