11. verzoekt de lidstaten de investeringen in voorschools onderwijs – waaronder peuterklassen – aanzienlijk te verhogen, aangezien deze een doeltreffend middel kunnen zijn om de basis te leggen voor toekomstig onderwijs, voor de ontwikkeling van het intellect van het kind en voor een verhoging van het algemene bekwaamheidspeil en zij het onderwijsstelsel aanzienlijk rechtvaardiger kunnen maken;
11. fordert die Mitgliedstaaten auf, ihre Investitionen in die Vorschulbildung – einschließlich Kindergarten – beträchtlich aufzustocken, da diese Investitionen ein wirksames Mittel zur Schaffung einer Grundlage für den weiteren Bildungsweg, zur Entwicklung der Intelligenz des Kindes und zum Ausbau allgemeiner Fähigkeiten darstellen können und die Gerechtigkeit des Bildungssystems entscheidend verbessern können;