10. herhaalt zijn sterk gekoesterde opvatting dat de Raad en de Commissie het standpunt moeten innemen dat een procedure bij buitensporig tekorten ten aanzien van een bepaalde lidstaat dient te zijn afgerond voordat de naleving van de criteria v
an Maastricht wordt beoordeeld, als voorgeschreven in artikel 2 van het protocol betreffende de convergentiecriteria; betreurt
dat de Commissie er opnieuw niet
in is geslaagd het Verdrag in dit kader ten uitvoer te leggen; betreurt
dat de Com ...[+++]missie er opnieuw niet in is geslaagd het Verdrag in dit kader correct ten uitvoer te leggen;
10. bekräftigt nachdrücklich seine Auffassung, dass der Rat und die Kommission den Standpunkt einnehmen sollten, dass ein einen Mitgliedstaat betreffendes Defizitverfahren bereits abgeschlossen sein muss, bevor die Einhaltung der Maastricht-Kriterien geprüft wird, wie es Artikel 2 des Protokolls über die Konvergenzkriterien vorschreibt; bedauert, dass die Kommission in dieser Hinsicht den Vertrag erneut nicht richtig angewendet hat;