2. het verplichte gebruik van akoestische afschrikmiddelen (zogenaamde pingers) voor bepaalde types visserij waarbij het risico van incidentele vangst van walvisachtigen bijzonder groot is, vooral voor drijfnetten tot het moment waarop zij verboden worden, maar ook voor geankerde kieuwnetten;
2. die obligatorische Verwendung von akustischen Vergrämern (sogenannte Pinger) für bestimmte Fischereien, bei denen das Risiko von Walbeifängen besonders hoch ist, vor allem für Treibnetze bis zu deren Verbot und auch für Stellnetze;