In de plaats daarvan streefde de Commissie naar de gewenste bezuinigingen door een personeelsinkrimping met 5% voor te stellen. Zij stelde ook een aantal ingrijpende wijzigingen aan het statuut voor, met onder meer een verlenging van de werkweek van 37,5 tot 40 uur zonder salariscompensatie, een verhoging van de pensioenleeftijd tot 65 jaar (of 67 in bepaalde omstandigheden) en een herziening van de loopbaanstructuren voor secretariaatsmedewerkers en assistenten.
Stattdessen hat die Kommission der Notwendigkeit von Sparmaßnahmen dadurch Rechnung getragen, dass sie einen Personalabbau von 5 % bei allen EU-Organen sowie bedeutende Änderungen des Statuts vorschlug, darunter die Erhöhung der Wochenarbeitszeit von 37,5 auf 40 Stunden ohne Lohnausgleich, die Heraufsetzung des Renteneintrittsalters auf 65 Jahre (bzw. unter bestimmten Voraussetzungen auf 67 Jahre) und die Neugestaltung der Laufbahnstrukturen für Sekretäre und Assistenten.