1. Wanneer een werknemer, een pensioen- of rentetrekker, of degene die een pensioen of rente heeft aangevraagd, dan wel een gezinslid van een van deze personen op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan van de bevoegde Staat overlijdt, wordt het overlijden geacht te hebben plaatsgevonden op het grondgebied van laatstbedoelde Staat.
(1) Stirbt ein Arbeitnehmer, ein Rentner, ein Rentenantragsteller oder einer ihrer Familienangehörigen im Gebiet eines anderen als des zuständigen Mitgliedstaats, so gilt der Tod als im Gebiet des zuständigen Staates eingetreten.