Aan punten gelegen ten westen van de Greenwich-meridiaan wordt een negatieve lengtecoördinaat toegekend en aan punten ten oosten daarvan een positieve (dit laatste kan worden geëxpliciteerd met een plusteken; indien geen teken is aangegeven, wordt het getal als een positieve waarde geïnterpreteerd).
Längengrade westlich des Hauptmeridians (Greenwich) werden mit einem negativen, östlich davon mit einem positiven Wert angegeben (letzterer kann durch das Zeichen „+“ bestätigt werden bzw. wird bei Fehlen eines Zeichens so verstanden).