Verder werden er tussen 2007 en 2010 jaarlijks gemiddeld 8.000 delicten tegen het nationaal bezit gepleegd, hoofdzakelijk in navolgende lidstaten: Frankrijk , Duitsland, Polen, Italië (die vier landen zijn samen goed voor 79% van de in 2007 vastgestelde delicten), waarbij de Tsjechische Republiek daarentegen het belangrijkste doelwit van dit soort delicten wordt.
Ebenso konnten von 2007 bis 2010 durchschnittlich 8000 Straftaten im Zusammenhang mit dem kulturellen Erbe festgestellt werden, wobei diese sich auf bestimmte Mitgliedstaaten konzentrierten: Frankreich, Deutschland, Polen, Italien (2007 entfielen 79 % der Straftaten auf diese vier Länder); die Tschechische Republik war am stärksten von Straftaten dieser Art betroffen.