Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van de voormelde artikelen 23, § 2, tweede lid, 15°, en 31 van de wet van 29 april 1999 met de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 33 en 37, van de Grondwet, in zoverre de persoon ten aanzien van wie de CREG, waarvan het bestuur niet rechtstreeks zou worden verzekerd
door de uitvoerende macht, een beslissing heeft genomen, het voorwerp zou uitmaken van een onverantwoord verschil in behandeling ten opzichte van de persoon ten aanzien van wie de administratieve overheden waarvan het bestuur rechtstreeks wordt verzekerd door de uitvoerende m
...[+++]acht, een beslissing hebben genomen, waarbij de beslissingen van de CREG zouden ontsnappen aan de controle van de uitvoerende macht en bijgevolg aan de mogelijkheid om ten overstaan van de Kamer van volksvertegenwoordigers de politieke verantwoordelijkheid voor de door haar gestelde handelingen op zich te nemen.Der Hof wird zur Vereinbarkeit der vorerwähnten Artikel 23 § 2 Absatz 2 Nr. 15 und 31 des Gesetzes vom 29. April 1999 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikeln 33 und 37, befragt, insofern der Adressat eines Beschlusses der
CREG, deren Leitung nicht unmittelbar durch die ausführende Gewalt ausgeübt werde, ungerechtfertigterweise anders behandelt werde als der Adressat eines Beschlusses der Verwaltungsbehörden, deren Leitung unmittelbar durch die ausführende Gewalt ausgeübt werde, wobei die Beschlüsse der CREG der Kontrolle der ausführenden Gewalt und somit der Möglichkeit, vor der Abg
eordnetenk ...[+++]ammer die politische Verantwortung für ihre Handlungen zu übernehmen, entgingen.