Nadat het Verdrag verworpen was in de referenda in Frankrijk en Nederland, nam de Europese Raad in juni een verklaring aan waarin hij opriep tot een periode van bezinning om "een breed debat in elk van onze landen mogelijk te maken, waarbij de burgers, de civiele samenleving, de sociale partners, de nationale parlementen en de politieke partijen zullen worden betrokken".
Nachdem der Vertrag in den Referenden in Frankreich und in den Niederlanden abgelehnt worden war, nahm der Europäische Rat im Juni 2005 eine Erklärung an, in der er eine Zeit der Reflexion forderte, die „in jedem unserer Länder für eine ausführliche Diskussion genutzt werden (soll), an der die Bürger, die Zivilgesellschaft, die Sozialpartner, die nationalen Parlamente sowie die politischen Parteien teilnehmen werden“.