Ministers (met inbegrip van die uit Algerije, Jordanië, Libanon, Marokko, de bezette Palestijnse gebieden, Syrië en Tunesië) werden het eens over een holistische aanpak op grond van de volgende met elkaar samenhangende prioriteiten: ten eerste de politieke en civiele rechten van vrouwen, ten tweede de sociale en economische rechten van vrouwen en duurzame ontwikkeling en ten slotte de rechten van vrouwen op cultureel gebied en de rol van de communicatie en de massamedia.
Die Minister (einschließlich der Minister aus Algerien, Jordanien, Libanon, Marokko, dem besetzten palästinensischen Gebiet, Syrien und Tunesien) vereinbarten einen ganzheitlichen Ansatz, der auf den folgenden miteinander verbundenen Prioritäten beruht: erstens politische und zivile Rechte von Frauen, zweitens soziale und ökonomische Rechte von Frauen und nachhaltige Entwicklung und drittens Frauenrechte in der kulturellen Sphäre und die Rolle der Kommunikations- und Massenmedien.