20. betreurt het feit dat de communautaire instrumenten (horizontale programma's, communautaire initiatieven ...) uitsluitend worden gecreëerd voor regio's die deel uitmaken van het Europese vasteland, en dat hierbij geen rekening wordt gehouden met de specifieke context van de ultraperifere regio's, die een verbindingszone vormen
met economische en politieke zones waarvan de invloed in de loop van de 21 eeuw zal toenemen (het Caraïbisch Gebied, de Indische Oceaan, MERCOSUR, Afrika.....), en die daarom recht hebben op erkenning van hun sleutelrol als actieve grens van de Europese Unie; pleit voor een specifiek project voor deze regio's
...[+++]om hen in staat te stellen de desbetreffende instrumenten ten volle te benutten; 20. bedauert, dass die Gemeinschaftsinstrumente (horizontale Programme, Gemeinschaftsinitiativen usw.) nur für die Regionen gedacht sind, die zum europäischen Kontinent gehören, ohne die besondere Situation der Gebiete in äußerster Randlage zu berücksichtigen, die an der Nahtstelle von w
irtschaftlichen und politischen Zonen liegen, deren Einfluss im Laufe des 21. Jahrhunderts zunehmen wird (Karibischer Raum, Indischer Ozean, MERCOSUR, Afrika usw.) und die es daher verdienen, dass ihre Schlüsselrolle als aktive Grenze“ der Europäischen Union anerkannt wird und dass ein besonderes Konzept für diese
...[+++] Regionen im Rahmen dieser Instrumente erarbeitet wird, damit sie diese Instrumente wirkungsvoll nützen können;