III. II.1 acht het van fundamenteel belang dat serieus werk wordt gemaakt van misdaadpreventie door de totstandbrenging van een efficiënte samenwerking tussen de nationale politiediensten en Europol; acht het onontbeerlijk dat de Europol-overeenkomst wordt geactualiseerd zodra het Verdrag van Amsterdam in werking treedt, om een beter onderscheid te kunnen maken tussen de taken die Europol in het belang van een bepaalde lidstaat verricht en de taken die van Europees belang zijn omdat er meerdere lidstaten in het geding zijn of omdat zij worden uitgevoerd in het belang van een Instelling van de Unie; in dit laatste geval dient Europol als een Europees bur
eau op te treden en gemachtigd ...[+++] te zijn operationele taken uit te voeren onder toezicht van de (in EUROJUST, het Europese netwerk voor onderlinge bijstand verenigde) politierechters en van het Europees Parlement en het Hof van Justitie; III. II.1 hält eine ernsthafte Verbrechensvorbeugung für ein grundlegendes Erfordernis, dessen Erfüllung eine wirksame Zusammenarbeit zwischen nationalen Polizeidiensten und EUROPOL bedingt; hält es für unerläßlich, mit Inkrafttreten des Vertrags von Amsterdam die Rechtsgrundlage von EUROPOL so zu aktualisieren, daß besser zwischen den Aufgaben unterschieden wird, die EUROPOL im Interesse eines einzigen Mitgliedstaats wahrnimmt, und den Aufgaben, die insofern von "europäischem Interesse" sind, als sie mehrere Mitgliedstaaten berühren bzw. im Interesse einer Institution der Union wahrgenommen werden; ist der Ansicht, daß EUROPOL bei der Wahrnehmung der letztgenannten Aufgaben als europäische Einrichtung tätig werden müßte, die befugt wäre,
...[+++] operationelle Aufgaben unter der Kontrolle der Staatsanwälte (die im europäischen Rechtshilfenetz EUROJUST zusammengeschlossen sind) wahrzunehmen und der Kontrolle durch das Europäische Parlament und den Gerichtshof unterliegen würde; 
