Voor tal van andere soorten - de geelpootmeeuw in het Middellandse Zeegebied en de Noordse stormvogel, de grote pijlstormvogel en de jan-van-gent in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan - zijn de incidentele vangsten hoog. De ICES laat weten dat de massale aantallen die bij de beugvisserij worden gevangen, zorgwekkend zijn, ook al zijn de populaties van deze soorten vrij stabiel2,3.
Bei mehreren weiteren Arten – der Mittelmeermöwe im Mittelmeer sowie dem Eissturmvogel, dem Großen Sturmtaucher und dem Basstölpel im Nordostatlantik – kommt es zu hohen Beifängen, und der ICES berichtet, dass allein schon die Zahl der in Langleinen gefangenen Vögel besorgniserregend ist, auch wenn die Populationen dieser Arten verhältnismäßig stabil sind2,3.