1. Deze verordening is van toepassing op beheerders van instellingen voor collectieve belegging, zoals gedefinieerd in punt b) van artikel 3, lid 1, waarvan de activa onder beheer in totaal niet meer bedragen dan het in punt b) van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde plafond, die gevestigd zijn in de Unie en die onderworpen zijn aan registratie bij de bevoegde autoriteiten in hun lidstaat van herkomst, in overeenstemming met punt a) van artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU, mits die beheerders portefeuilles van ESO's beheren.
1. Diese Verordnung gilt für die Verwalter von Organismen für gemeinsame Anlagen im Sinne von Artikel 3 Absatz 1 Buchstabe b, deren gesamte verwaltete Vermögenswerte nicht über den in Artikel 3 Absatz 2 Buchstabe b der Richtlinie 2011/61/EU genannten Schwellenwert hinausgehen, die in der Union niedergelassen sind und gemäß Artikel 3 Absatz 3 Buchstabe a der Richtlinie 2011/61/EU einer Registrierung bei den zuständigen Behörden ihres Herkunftsmitgliedstaats unterliegen, und EuFSU-Portfolios verwalten.