Een doeltreffende voorziening in rechte in geval van een schending van een van de in deze richtlijn vastgestelde beginselen moet, voor zover mogelijk, tot gevolg hebben dat de verdachte of beklaagde in dezelfde positie worden gebracht als die waarin hij zich zou hebben bevonden wanneer de schending niet had plaatsgevonden.
Ein wirksamer Rechtsbehelf bei einem Verstoß gegen einen der in dieser Richtlinie festgelegten Grundsätze sollte die Verdächtigen oder Beschuldigten so weit wie möglich in die Lage versetzen, in der sie sich ohne den Verstoß befinden würden.