Moet clausule 5, punt 1, van de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is gehecht aan richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 (1), aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen de toepassing van artikel 4, leden 1, laatste zinsnede, en 11, van wet nr. 124 van 3 mei 1999 houdende vaststelling van spoedmaatregelen voor het onderwijspersoneel, die de waarnemingsovereenkomsten voor de duur van
een schooljaar voor posten „die uiterlijk 31 december daadwerkelijk vacant en beschikbaar zijn” regelen met de bepaling dat „in afwachting van vergelijkende onderzo
...[+++]eken voor de aanwerving van onderwijzend personeel in vaste dienst” leerkrachten op waarnemingsovereenkomsten voor de duur van een schooljaar worden aangesteld, wanneer op grond van deze bepaling gebruik kan worden gemaakt van overeenkomsten voor bepaalde tijd zonder dat een zekere termijn wordt gegeven voor vergelijkende onderzoeken en zonder dat recht op vergoeding van de schade bestaat?Ist Paragraf 5 Nr. 1 der EGB-UNICE-CEEP-Rahmenvereinbarung über befristete Arbeitsverträge im Anhang der Richtlinie 1999/70/EG des Rates vom 28. Juni 1999 (1) dahin auszulegen, dass er der Anwendung von Art. 4 Abs. 1 letzter Halbsatz und Abs. 11 des Gesetzes Nr. 124 zur Annahme von Eilbestimmungen im Bereich Schulpersonal vom 3. Mai 1999 entgegensteht, der die Zuweisung von Jahresvertretungen
auf Stellen regelt, „die tatsächlich bis zum 31. Dezember frei und verfügbar sind“, und dann bestimmt, dass diese Zuweisung von Jahresvertretungen „bis zum Abschluss der Auswahlverfahren für die Aufnahme von planmäßigem Lehrpersonal“ erfolgt, wen
...[+++]n diese Vorschrift es ermöglicht, dass auf befristete Verträge zurückgegriffen wird, ohne einen genauen Zeitplan für die Durchführung der Auswahlverfahren anzugeben und ohne dass ein Anspruch auf Schadensersatz besteht?