Eind 1992 en begin 1993 eiste Løgstør dat haar verbeterde prestaties en haar potentieel formeel zouden worden erkend door de toewijzing van een hoger quotum (hetgeen haar zou bevrijden van de verplichting om de anderen te compenseren). Dit zette ABB ertoe aan Løgstør 1,5 % van haar eigen aandeel aan te bieden, alsmede 1 % van de twee kleinere producenten die, zoals kon worden verwacht, hebben geprotesteerd.
Ende 1992/Anfang 1993 forderte Løgstør wegen seiner verbesserten Leistungen und seines größeren Potentials höhere Quoten (um nicht mehr verpflichtet zu sein, den anderen gegenüber Ausgleich zu leisten), woraufhin ABB 1,5 %-Punkte vom eigenen Anteil und einen Prozentpunkt vom Anteil der beiden kleineren Hersteller anbot, wogegen letztere protestierten.