G. ervan overtuigd dat dergelijke praktijken noch aanvaardbaar noch te rechtvaardigen zijn met het argument dat zij deel zouden uitmaken van een traditie, en dat geen enkele vorm van cultuurrelativisme kan worden aangegrepen en aanvaard wanneer het gaat om grove schendingen van de mensenrechten,
G. in der festen Überzeugung, dass solche Praktiken - nicht einmal wenn sie Teil einer gewissen Tradition darstellen - tolerierbar oder zu rechtfertigen sind, und dass keine kulturellen Rahmenbedingungen vorgeschützt oder akzeptiert werden dürfen, wenn es um derart schwerwiegende Menschenrechtsverletzungen geht,