Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Prejudiciële vraag
Verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Vertaling van "prejudiciële vraag evenmin " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE


verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Antrag auf das Stellen einer Vorabentscheidungsfrage


prejudiciële vraag

Vorabentscheidungsfrage | präjudizielle Frage


verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Vorabentscheidungsersuchen


aan het Hof van Justitie een prejudiciele vraag voorleggen

Befassung des Gerichtshofes zur Vorabentscheidung


prejudiciële vraag

Frage zur Vorabentscheidung | Vorlagefrage | zur Vorabentscheidung vorgelegte Frage
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Volgens de Ministerraad behoeft de prejudiciële vraag evenmin een antwoord in zoverre daarin de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens wordt aangevoerd, vermits het Hof slechts een schending van die verdragsbepaling zou kunnen vaststellen indien de in het geding zijnde bepaling het recht op een eerlijk proces en de rechten van verdediging a priori dermate beperkt dat zij onmogelijk daarmee in overeenstemming kan zijn.

Nach Darlegung des Ministerrates bedürfe die Vorabentscheidungsfrage ebenfalls keiner Antwort, insofern darin ein Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention angeführt werde, da der Gerichtshof nur einen Verstoß gegen diese Vertragsbestimmung feststellen könne, wenn in der fraglichen Bestimmung das Recht auf ein faires Verfahren und die Rechte der Verteidigung a priori derart begrenzt würden, dass sie unmöglich damit übereinstimmen könne.


Wanneer noch uit de prejudiciële vraag, noch uit de motivering van de verwijzingsbeslissing kan worden opgemaakt welke categorieën van personen met elkaar dienen te worden vergeleken, en wanneer daaruit evenmin kan worden afgeleid op welke wijze de in het geding zijnde bepalingen een schending zouden inhouden van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, bevat de prejudiciële vraag niet de noodzakelijke elementen op grond waarvan het Hof uitspraak moet kunnen doen.

Wenn weder anhand der Vorabentscheidungsfrage, noch anhand der Begründung der Vorlageentscheidung festgestellt werden kann, welche Kategorien von Personen miteinander verglichen werden sollen, und wenn daraus genauso wenig ersichtlich wird, inwiefern die fraglichen Bestimmungen einen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung beinhalten würden, enthält die Vorabentscheidungsfrage nicht die erforderlichen Elemente, auf deren Grundlage der Gerichtshof muss entscheiden können.


In het licht van de nagestreefde rechtszekerheid en gelijke behandeling van de vreemdelingen die een nationaliteitsverklaring afleggen, is het evenmin zonder redelijke verantwoording dat de rechter die de gegrondheid van een negatief advies van de procureur des Konings moet beoordelen, op grond van het in het geding zijnde artikel 1, § 2, eerste lid, 4°, d), zoals het door de verwijzende rechter in de tweede prejudiciële vraag wordt geïnterpreteerd, niet de vrijheid wordt gelaten om te oordele ...[+++]

Im Lichte der angestrebten Rechtssicherheit und Gleichbehandlung der Ausländer, die eine Staatsangehörigkeitserklärung abgeben, entbehrt es genauso wenig einer vernünftigen Rechtfertigung, dass dem Richter, der die Begründetheit einer negativen Stellungnahme des Prokurators des Königs zu beurteilen hat, aufgrund des fraglichen Artikels 1 § 2 Absatz 1 Nr. 4 Buchstabe d), so wie dieser vom vorlegenden Richter in der zweiten Vorabentscheidungsfrage ausgelegt wird, nicht die Freiheit gelassen wird, zu beurteilen, ob die der strafrechtlichen Verurteilung zugrunde liegenden Fakten als « schwerwiegende persönliche Fakten » anzusehen sind.


Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 december 2014 in zake Tonia Tollenaere tegen de nv « AXA Belgium » en de nv « Generali Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van art ...[+++]

Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 23. Dezember 2014 in Sachen Tonia Tollenaere gegen die « AXA Belgium » AG und die « Generali Belgium » AG, dessen Ausfertigung am 13. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 13. Januar 2012 zur Einfügung eines Artikels 110/1 in da ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 december 2014 in zake de nv « Etablissements L. Lacroix Fils » tegen de stad Bergen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 december 2014, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag ges ...[+++]

Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 12. Dezember 2014 in Sachen der « Etablissements L. Lacroix Fils » AG gegen die Stadt Mons, dessen Ausfertigung am 22. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Mons folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt ...[+++]


Wanneer noch uit de prejudiciële vraag, noch uit de motivering van de verwijzingsbeslissing kan worden opgemaakt welke categorieën van personen met elkaar dienen te worden vergeleken, en wanneer daaruit evenmin kan worden afgeleid op welke wijze de in het geding zijnde bepaling een schending zou inhouden van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, bevat de prejudiciële vraag niet de noodzakelijke elementen op grond waarvan het Hof uitspraak moet kunnen doen.

Wenn weder aus der präjudiziellen Frage noch aus der Begründung der Verweisungsentscheidung ersichtlich ist, welche Kategorien von Personen miteinander zu vergleichen sind, und wenn daraus ebenfalls nicht abgeleitet werden kann, in welcher Hinsicht die fragliche Bestimmung einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung beinhalten würde, enthält die präjudizielle Frage nicht die notwendigen Elemente, auf deren Grundlage der Hof sein Urteil muss fällen können.


Wanneer noch uit de prejudiciële vraag, noch uit de motivering van de verwijzingsbeslissing kan worden opgemaakt welke categorieën van personen met elkaar dienen te worden vergeleken, en wanneer daaruit evenmin kan worden afgeleid op welke wijze de in het geding zijnde bepaling een schending zou inhouden van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, bevat de prejudiciële vraag niet de noodzakelijke elementen op grond waarvan het Hof uitspraak moet kunnen doen.

Wenn weder aus der präjudiziellen Frage noch aus der Begründung der Verweisungsentscheidung ersichtlich ist, welche Kategorien von Personen miteinander zu vergleichen sind, und wenn daraus ebenfalls nicht abgeleitet werden kann, in welcher Hinsicht die fragliche Bestimmung einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung beinhalten würde, enthält die präjudizielle Frage nicht die notwendigen Elemente, auf deren Grundlage der Hof sein Urteil muss fällen können.


Wanneer noch uit de prejudiciële vraag, noch uit de motivering van de verwijzingsbeslissing kan worden opgemaakt welke categorieën van personen met elkaar dienen te worden vergeleken, en wanneer daaruit evenmin kan worden afgeleid op welke wijze de in het geding zijnde bepaling een schending zou inhouden van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, bevat de prejudiciële vraag niet de noodzakelijke elementen op grond waarvan het Hof uitspraak moet kunnen doen.

Wenn weder aus der präjudiziellen Frage noch aus der Begründung des Verweisungsurteils ersichtlich ist, welche Kategorien von Personen miteinander zu vergleichen sind, und wenn daraus ebenfalls nicht abgeleitet werden kann, in welcher Hinsicht die fragliche Bestimmung einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung beinhalten würde, enthält die präjudizielle Frage nicht die notwendigen Elemente, auf deren Grundlage der Hof sein Urteil muss fällen können.


Nu bij het onderzoek van de eerste prejudiciële vraag is gebleken dat artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt, moet op de tweede prejudiciële vraag worden geantwoord dat artikel 2 van de wet van 15 mei 1981 houdende goedkeuring van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet evenmin schendt, doordat het, door te bepalen dat dit Verdrag volkomen uitwerking zal hebben, wat de ...[+++]

Da sich nun bei der Untersuchung der ersten präjudiziellen Frage gezeigt hat, dass Artikel 479 des Strafprozessgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, muss auf die zweite präjudizielle Frage geantwortet werden, dass Artikel 2 des Gesetzes vom 15. Mai 1981 zur Genehmigung des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte ebensowenig gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem er durch die Bestimmung, dass dieser Pakt uneingeschränkt wirksam sein wird, was die durch Belgien bei der Unterzeichnung abgegebenen Erklärungen und geäusserten Vorbehalte mit einbezieht, eine Regelung ...[+++]


Niet alleen wordt het Hof verzocht andere dan in de prejudiciële vraag aangeduide bepalingen van de Grondwet in zijn onderzoek te betrekken, bovendien wordt het Hof verzocht de positie van andere dan in de prejudiciële vraag beoogde categorieën van personen te vergelijken met andere evenmin in de prejudiciële vraag aangeduide categorieën van personen.

Nicht nur wird der Hof gebeten, andere als in der präjudiziellen Frage genannte Bestimmungen der Verfassung in seine Prüfung einzubeziehen; ausserdem wird der Hof gebeten, die Position von anderen als in der präjudiziellen Frage ins Auge gefassten Personenkategorien mit anderen, in der präjudiziellen Frage genausowenig angegebenen Personenkategorien zu vergleichen.




Anderen hebben gezocht naar : prejudiciële vraag     prejudiciële vraag evenmin     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'prejudiciële vraag evenmin' ->

Date index: 2021-05-01
w