Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «prejudiciële vraag heeft bijgevolg » (Néerlandais → Allemand) :

De prejudiciële vraag heeft bijgevolg geenszins betrekking op een strafrechtelijke overgangsregeling of op de toepassing van de strafwet in de tijd.

Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich daher keinesfalls auf eine strafrechtliche Übergangsregelung oder die zeitliche Anwendung des Strafgesetzes.


De tweede en de derde prejudiciële vraag behoeven bijgevolg geen antwoord in zoverre zij de artikelen 100/1 en 100/2 van het Gerechtelijk Wetboek beogen.

Die zweite und die dritte Vorabentscheidungsfrage erfordern folglich keine Antwort, insofern sie sich auf die Artikel 100/1 und 100/2 des Gerichtsgesetzbuches beziehen.


De prejudiciële vraag is bijgevolg niet ontvankelijk in zoverre het Hof wordt verzocht de in het geding zijnde bepaling te toetsen aan artikel IV. 2, 1°, van het Wetboek van Economisch Recht.

Die Vorabentscheidungsfrage ist demzufolge insofern unzulässig, als der Gerichtshof gebeten wird, die fragliche Bestimmung anhand von Artikel IV. 2 Nr. 1 des Wirtschaftsgesetzbuches zu prüfen.


De prejudiciële vraag moet bijgevolg zo worden begrepen dat ze betrekking heeft op artikel 343, § 1, b), van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met de artikelen 162 en 164 van hetzelfde Wetboek, in zoverre het een kandidaat-adoptant niet toestaat om over te gaan tot de gewone adoptie van een kind, wanneer tussen de kandidaat-adoptant en de ouder van het kind, ingevolge een band van verwantschap, een huwelijksbeletsel bestaat waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen.

Die Vorabentscheidungsfrage ist folglich so zu verstehen, dass sie sich auf Artikel 343 § 1 Buchstabe b) des Zivilgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 162 und 164 desselben Gesetzbuches bezieht, insofern es einem Adoptionskandidaten nicht erlaubt sei, die einfache Adoption eines Kindes vorzunehmen, wenn zwischen dem Adoptionskandidaten und dem Elternteil des Kindes infolge eines Verwandtschaftsverhältnisses ein Ehehindernis bestehe, von dem der König keine Befreiung erteilen könne.


De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek; de tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 29bis van de wet van 21 november 1989.

Die erste Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf die Artikel 1382 und 1383 des Zivilgesetzbuches; die zweite Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf Artikel 29bis des Gesetzes vom 21. November 1989.


De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede, van de RSZ-Wet, « in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk stelsel voor de zelfstandigen vallen ...[+++]

Die zweite Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit von Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des LASS-Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, « dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitnehmer vorgesehen ist und die somit notwendigerweise der sozialversicherungsrechtlichen Regelung für Selbständige unterliegen, und andererseits einer Kategorie von Selbständigen, für die d ...[+++]


Krachtens artikel 99 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof komt alleen met de afstand, aanvaard of toegelaten door het rechtscollege dat de prejudiciële vraag heeft gesteld, een einde aan de rechtspleging voor het Hof, wanneer aan dat laatste een prejudiciële vraag is gesteld.

Aufgrund von Artikel 99 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof wird nur mit einer vom Rechtsprechungsorgan, das die Vorabentscheidungsfrage gestellt hat, angenommenen oder gestatteten Rücknahme das Verfahren vor dem Gerichtshof beendet, wenn dieser mit einer Vorabentscheidungsfrage befasst wurde.


Door het aannemen van het voormelde artikel 4, tweede lid, heeft de bijzondere wetgever willen beletten dat bepalingen in de rechtsorde behouden blijven wanneer het Hof op prejudiciële vraag heeft verklaard dat zij strijdig zijn met de regels die het Hof vermag te doen naleven (zie Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-897/1, p. 6).

Mit der Annahme des vorerwähnten Artikels 4 Absatz 2 wollte der Sondergesetzgeber verhindern, dass Bestimmungen in der Rechtsordnung bestehen bleiben, wenn der Gerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage hin erkannt hat, dass sie im Widerspruch zu den Regeln stehen, deren Einhaltung der Gerichtshof zu überwachen hat (siehe Parl. Dok., Senat, 2000-2001, Nr. 2-897/1, S. 6).


De tweede prejudiciële vraag dient bijgevolg bevestigend te worden beantwoord.

Die zweite Vorabentscheidungsfrage ist folglich bejahend zu beantworten.


De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt : « In afwijking van het eerste lid verjaren alle rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon ».

Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches, der bestimmt: « In Abweichung von Absatz 1 verjähren alle Klagen zur Wiedergutmachung eines Schadens auf der Grundlage einer außervertraglichen Haftung in fünf Jahren ab dem Tag nach demjenigen, wo der Geschädigte von dem Schaden oder von dessen Verschlimmerung und von der Identität der dafür haftenden Person Kenntnis bekommen hat ».




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'prejudiciële vraag heeft bijgevolg' ->

Date index: 2021-09-11
w