1. Wanneer de presidentszetel vacant is, wordt het presidentschap waargenomen door de voormalige president, mits hij nog steeds de hoedanigheid van lid van de Rekenkamer heeft, behalve in geval van onbekwaamheid.
(1) Ist das Präsidentenamt nicht besetzt, nimmt der scheidende Präsident vorübergehend das Präsidentenamt wahr, sofern er nicht verhindert ist und unter der Voraussetzung, dass er noch immer ein Mandat als Mitglied des Hofes innehat.