20. benadrukt met klem da
t de lidstaten zich moeten inzetten voor een verhoging van de participatie op de arbeidsmarkt van de te weinig in het arbeidsproces opgenomen segmenten van de bevolking, zoals jongeren, vrouwen,
immigranten, oudere werknemers en gehandicapten, bijvoorbeeld door middel van doelgerichte integratiemaatregelen, maatregelen di
e het gemakkelijker maken de eisen van het werk en het gezinsleven met elk
aar te ver ...[+++]zoenen en prikkels voor de werknemers om langer te blijven werken; onderstreept verder dat alle lidstaten de werklust moeten bevorderen, bijvoorbeeld door maatregelen om de fiscale systemen en de beloningen zo aan te passen dat arbeid en onderwijs lonender worden; is voorts van mening dat in het kader van de nieuwe werkgelegenheidsstrategie,het nationale en regionale arbeidsmarktbeleid moet worden aangepast aan de lokale omstandigheden en aan meer flexibele werkmethodes; 20. betont nachdrücklich, dass die Mitgliedstaaten eine höhere Erwerbsquote der unterbeschäftigten Bevölkerungsgruppen
wie junge Menschen, Frauen, Zuwanderer, ältere Arbeitnehmer und Behinderte erreichen müssen, z.B. durch zielgerichtete Integrationsmaßnahmen, Maßnahmen zur Vereinbarung von Berufs- und Familienleben und Anreize zur Förderung einer längeren Berufstätigkeit; unterstreicht ferner, dass alle Mitgliedstaaten verstärkt Beschäftigungsanreize schaffen müssen, z.B. durch Maßnahmen zur Anpassung der Steuer- und Sozialleistungssysteme, damit sich
Arbeit un ...[+++]d Bildung lohnen; ist außerdem der Auffassung, dass im Rahmen der neuen Beschäftigungsstrategie die nationalen und regionalen Arbeitsmarktpolitiken an lokale Gegebenheiten und flexiblere Arbeitsmethoden angepasst werden müssen;