Voor primair beoogde inrichtingen moet het worden uitgevoerd door veiligheidsbeheerssystemen in overeenstemming met bijlage III. De lidstaten moeten van niet-primair beoogde inrichtingen verlangen dat zij het beleid ter preventie van zware ongevallen uitvoeren door middel van een veiligheidsbeheerssysteem dat evenredig is met de gevaren van zware ongevallen en met de complexiteit van de organisatie of de activiteiten van de inrichting, tenzij zij dit niet nodig achten.
Die Mitgliedstaaten verlangen von Betrieben der unteren Klasse, dass sie das Konzept zur Verhütung schwerer Unfälle mittels eines Sicherheitsmanagementsystems entsprechend den Gefahren schwerer Unfälle und der Komplexität der Organisation oder der Tätigkeiten des Betriebs umsetzen, sofern sie dies nicht als unnötig erachten.