De Raad acht het essentieel dat de begroting op middellange termijn in evenwicht komt zoals gepland en dat de vereiste hoge primaire overschotten in de orde van grootte van 5% van het BBP worden verzekerd door maatregelen om de primaire lopende uitgaven duurzaam te verminderen.
Der Rat erachtet es als grundlegend, dass auf mittlere Sicht wie geplant ein ausgeglichener Haushalt erreicht wird und dass die erforderlichen hohen Primärüberschüsse in der Größenordnung von 5 % des BIP durch Maßnahmen sichergestellt werden, die auf eine dauerhafte Senkung der laufenden Primärausgaben abzielen.