29. is van mening dat concessieovereenkomsten een beperkte maar variabele looptijd moeten hebben, afhankelijk van de afschrijvingstijd van de private investering, om ervoor te zorgen dat gegadigden niet onnodig lang van mededinging uitgesloten zijn; is van oordeel dat de duur van het partnerschap zodanig moet zijn dat de vrije mededinging in principe slechts zo ver wordt ingeperkt als nodig is om de afschrijving van de investeringen, een passende rentabiliteit van het ingebrachte kapitaal en herfinanciering van toekomstige investeringen te garanderen;
29. ist der Auffassung, dass Konzessionen eine begrenzte Laufzeit haben sollen, die jedoch von der Dauer der Abschreibung der privaten Investition abhängt, damit die Wettbewerber nicht unnötig lange vom Wettbewerb ausgeschlossen bleiben; ist der Ansicht, dass die Dauer der partnerschaftlichen Beziehungen so festzulegen ist, dass der freie Wettbewerb grundsätzlich nur so weit eingeschränkt wird, wie es erforderlich ist, um die Amortisierung der Investitionen, eine angemessene Verzinsung des eingesetzten Kapitals und eine Refinanzierung künftiger Investitionen sicherzustellen;