Ik zou willen eindigen met de opmerking dat geweld tegen vrouwen een misbruiksprobleem is, een lafheidsprobleem is, een intolerantieprobleem is en bovenal, mevrouw de Voorzitter, is het een probleem van angst en machteloosheid, van angst om de wil van anderen te aanvaarden en bovenal de angst om door middel van argumenten vreedzaam de wil en rede op te leggen, vreedzaam en niet met geweld.
Abschließend möchte ich sagen, dass die Gewalt gegen Frauen ein Problem des Missbrauchs, der Feigheit, ein Problem der Intoleranz und vor allem, Frau Präsidentin, ein Problem der Angst und der Ohnmacht ist, der Furcht, den Willen anderer zu akzeptieren, und vor allem der Furcht, Willen und Vernunft friedlich und nicht gewaltsam durchzusetzen.