6. constateert met bezorgdheid dat er wat betreft de uitwerking van indicatoren voor de follow-up ten aanzien van de vorige programmeringsperiode geen vorderingen zijn gemaakt; onderstreept dat de uitwerking en de systematische aanwending van kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren per geslacht van essentieel belang zijn voor de follow-up en de evaluatie van de programma's, uit het oogpunt van de beoordeling van de doeltreffendheid van de acties in het kader van de structuurfondsen ten aanzien van de verwezenlijking van de doelstelling van gelijke kansen, met name met het oog op de tussentijdse evaluatie in 2003 en de eventuele herziening van de acties, en van de toewijzing van de prestatiereserve;
6. stellt mit Besorgnis fest, dass bei der Ausarbeitung von Begleitindikatoren keine Fortschritte gegenüber dem vorangegangenen Programmplanungszeitraum erzielt wurden; hebt hervor, dass die Aufstellung und systematische Verwendung nach Geschlecht aufgeschlüsselter qualitativer und quantitativer Indikatoren von entscheidender Bedeutung sind für die Begleitung und Bewertung der Programme unter dem Aspekt der Beurteilung der Effizienz der Strukturfondsinterventionen in Bezug auf die Verwirklichung des Ziels der Chancengleichheit und insbesondere im Hinblick auf die im Jahr 2003 vorzunehmende Halbzeitbewertung und gegebenenfalls die Überprüfung der Interventionen sowie die Zuweisung der leistungsgebundenen Reserve;