2. Bij concrete acties die zijn geselecteerd voor operationele programma’s waarbij het gaat om samenwerkingsnetwerken en om uitwisseling van ervaringen, als bedoeld in artikel 6, lid 3, moeten ten minste drie begunstigden uit ten minste drie regio’s van ten minste twee lidstaten zijn betrokken, die voor elke concrete actie op de volgende manieren samenwerken: gezamenlijke ontwikkeling, gezamenlijke tenuitvoerlegging, gezamenlijk gebruik van personeel en gezamenlijke financiering.
2. An den Operationen, die für operationelle Programme für Kooperationsnetzwerke und Erfahrungsaustausch gemäß Artikel 6 Absatz 3]ausgewählt wurden, sind mindestens drei Begünstigte aus mindestens drei Regionen von mindestens zwei Mitgliedstaaten beteiligt, die bei jeder Operation in allen Fällen wie folgt zusammenarbeiten: gemeinsame Ausarbeitung, gemeinsame Durchführung, gemeinsames Personal, gemeinsame Finanzierung.