Wanneer twee al dan niet identieke enkele lichten met dezelfde functie op zodanige wijze in één enkele inrichting zijn gegroepeerd, dat de projecties van de lichtdoorlatende gedeelten van de enkele lichten op een loodrecht op het middenlangsvlak van het voertuig staand verticaal vlak niet minder dan 60 % beslaan van de kleinste rechthoek waarmee de projecties van genoemde lichtdoorlatende gedeelten kunnen worden omlijnd, wordt die combinatie voor de montage op een voertuig als één enkel licht beschouwd.
Sind zwei einfache Leuchten gleicher Funktion und gleicher oder nicht gleicher Art so in einer Einrichtung zusammengefasst, daß die Projektionen der leuchtenden Flächen der einfachen Leuchten auf eine zur Fahrzeuglängsmittelebene lotrecht stehende Ebene mindestens 60 % des kleinstmöglichen um die leuchtenden Flächen der Leuchten umschriebenen Rechtecks ausfuellen, werden diese beiden Leuchten als einzige Leuchte hinsichtlich des Anbaus am Fahrzeug gewertet.