In overeenstemming met de b
ewoordingen van het Protocol (waarin wordt verwezen naar „ten hoogste de dri
e lidstaten die het best presteren”) is daarom, om te beoordelen of aan het criterium inzake het niveau van de rentevoet wordt voldaan, een referentiewaarde, berekend als het gewone rekenkundige gemiddelde van de nominale langetermijnrente van de beide andere lidstaten die op het gebied van prijsstabiliteit het
best presteren, plus twee procentpunten, in aanmerking genomen in de verslagen van
...[+++] de Commissie en de ECB.