Daarom moeten we de onderhandelingen over een partnerschapsovereenkomst toejuichen. Maar – en het verslag is op dat punt heel duidelijk – daarbij mogen we bepaalde vraagstukken, die voor mij essentieel zijn, niet uit de weg gaan: een geleidelijke democratisering van het regime, meer eerbied voor de mensenrechten en in het bijzonder voor de vrijheid in al haar facetten, een geleidelijke wijziging van het strafrecht in de richting van afschaffing van de doodstraf, de aanvaarding van de jurisdictie van het Internationaal Strafhof en de ratificatie van het Verdrag van Genève van 1951.
Aus diesem Grund ist es ebenfalls zu begrüßen, ein Partnerschaftsrahmenabkommen auszuhandeln; und wie es in diesem Bericht deutlich zum Ausdruck kommt, dürfen bestimmte Fragen, die ich für grundlegend erachte, nicht außer Acht gelassen werden, nämlich: die allmähliche Demokratisierung des Regimes; stärkere Achtung der Menschenrechte, insbesondere Freiheit in ihren verschiedenen Formen; einen allmählichen Wandel im Strafrecht, mit dem Ziel, die Todesstrafe abzuschaffen; Annahme der Rechtsprechung des Internationalen Strafgerichtshofs; und Ratifizierung der Genfer Konvention von 1951.