In zoverre een verzoeker voor de Raad van State wordt uitgenodigd aan te tonen welk voordeel de vernietiging van een bestuurlijke weigeringsbeslissing hem nog kan opleveren, ondanks de latere inwilliging, zonder terugwerkende kracht, van zijn aanvraag, is artikel 19 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Sofern ein Kläger vor dem Staatsrat aufgefordert wird, nachzuweisen, welchen Vorteil die Nichtigerklärung einer ablehnenden Entscheidung der Verwaltung ihm noch trotz der späteren, nicht rückwirkenden Genehmigung seines Antrags bieten kann, ist Artikel 19 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat nicht unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.