Tijdens de parlementaire voorbereiding preciseerde de minister dat de in artikel 12 van de in het geding zijnde ordonnantie vastgelegde termijn voor inkohiering - die neerkomt op negen maanden na de afsluiting van het belastingjaar - « redelijk » was (Parl. St., Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 1991-1992, A-183/2, p. 69).
Während der Vorarbeiten hat der Minister präzisiert, dass die in Artikel 12 der fraglichen Ordonnanz festgelegte Frist für die Eintragung in die Heberolle - die einer Frist von neun Monaten nach dem Abschluss des Steuerjahres entspricht - « vernünftig » war (Parl. Dok., Rat der Region Brüssel-Hauptstadt, 1991-1992, A-183/2, S. 69).