Uit de antwoorden van de ee
rste voorzitter van Raad van State op de met toepassing van artikel 91 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof gestelde vragen, blijkt dat er binnen de
Raad van State een vaste praktijk bestaat, inhoudende dat naar aanleiding van de be
raadslaging en de stemming, in algemene vergadering, over de voordracht van een lijst van drie kandidaten voor een vacant ambt van staats
raad, een kamer ad hoc wordt opgericht, samengesteld uit staatsraden die niet deelnemen aan de voordrachtprocedure om de eventuele bero
...[+++]epen ingesteld tegen de benoemingen die volgen op de voordrachten te behandelen.