48. vindt dat harder moet worden opgetreden tegen alle ondernemingen die zwartwerkers in dienst hebben, onafhankelijk van waar hun activiteit wordt uitgeoefend, en merkt op dat de de situatie verbeterd zou kunnen worden door de toepassing van het Kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties ;
48. fordert ein intensiveres Tätigwerden bei jedem Unternehmen, das unangemeldet eingestellt hat, und zwar unabhängig von dem Ort, in dem es seine Tätigkeit ausübt, und stellt fest, dass der Rahmenbeschluss 2005/214/JI des Rates vom 24. Februar 2005 über die Anwendung des Grundsatzes der gegenseitigen Anerkennung von Geldstrafen und Geldbußen die Situation verbessern könnte;