Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "raad van state ontzegt tegen " (Nederlands → Duits) :

Aangezien het eerste, het tweede, het derde en het vijfde middel enkel gericht zijn tegen artikel 5/3 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en de verzoekende partijen geen belang hebben bij de vernietiging van die bepaling, zijn die middelen niet ontvankelijk.

Da der erste, der zweite, der dritte und der fünfte Klagegrund nur gegen Artikel 5/3 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gerichtet sind und die klagenden Parteien kein Interesse an der Nichtigerklärung dieser Bestimmung haben, sind diese Klagegründe nicht zulässig.


b. Bij drie arresten respectievelijk nr. 239.551 van 25 oktober 2017 in zake Emilie Brihaye tegen de « Université de Mons-Hainaut », de Franse Gemeenschap en de Belgische Staat, nr. 239.550 van 25 oktober 2017 in zake Alessia Gardavascio tegen de « Université de Liège », de Franse Gemeenschap en de Belgische Staat en nr. 239.509 van 24 oktober 2017 in zake Clémence Lekeux tegen de « Université de Liège », de Franse Gemeenschap en de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 8 november 2017, heeft de Raad van ...[+++] de volgende prejudiciële vragen gesteld :

b. In drei Entscheiden Nr. 239. 551 vom 25. Oktober 2017 in Sachen Emilie Brihaye gegen die « Université de Mons-Hainaut », die Französische Gemeinschaft und den belgischen Staat, Nr. 239. 550 vom 25. Oktober 2017 in Sachen Alessia Gardavascio gegen die « Université de Liège », die Französische Gemeinschaft und den belgischen Staat und Nr. 239. 509 vom 24. Oktober 2017 in Sachen Clémence Lekeux gegen die « Université de Liège », die Französische Gemeinschaft und den belgischen Staat, deren Ausfertigungen am 8. November 2017 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Staatsrat folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt ...[+++]


b. Bij arrest nr. 226.095 van 15 januari 2014 in zake het organisme voor de financiering van pensioenen « Ogeo Fund » tegen de Belgische Staat, tussenkomende partijen : de cvba « Arcofin », de cvba « Arcopar » en de cvba « Arcoplus », allen in vereffening, en in zake de gemeente Schaarbeek tegen de Belgische Staat, met dezelfde tussenkomende partijen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 januari 2014, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen ...[+++]

b. In seinem Entscheid Nr. 226. 095 vom 15. Januar 2014 in Sachen des Organismus für die Finanzierung von Pensionen « Ogeo Fund » gegen den belgischen Staat - intervenierende Parteien: die « Arcofin » Gen.mbH, die « Arcopar » Gen.mbH und die « Arcoplus » Gen.mbH, alle in Liquidation befindlich -, und in Sachen der Gemeinde Schaerbeek gegen den belgischen Staat - mit denselben intervenierenden Parteien -, dessen Ausfertigung am 21. Januar 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Staatsrat folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt:


« Schendt artikel 14, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals het voortvloeit uit de wet van 15 mei 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de kandidaten voor een ambt in de magistratuur een beroep bij de Raad van State ontzegt tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door de Hoge Raad voor de Justitie en die tot gevolg hebben dat hun de toegang tot het ambt van magistraat wordt ontzegd, terwijl de kandidaten voor een ander openbaar ambt over een dergelijk beroep beschikken tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door SELOR ?

« Verstösst Artikel 14 § 1 Nr. 2 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, in der aus dem Gesetz vom 15. Mai 2007 sich ergebenden Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den Bewerbern um ein Amt in der Magistratur eine Klagemöglichkeit beim Staatsrat gegen vom Hohen Justizrat ihnen gegenüber getroffene Entscheidungen versagt, die dazu führen, dass ihnen der Zugang zum Amt eines Magistrats verwehrt wird, während die Bewerber um ein anderes öffentliches Amt wohl über eine solche Klagemöglichkeit gegen die Entscheidungen, die SELOR ihnen gegenüber getroffen hat, verfügen?


Na die vaststelling te hebben gedaan, ondervraagt de Raad van State het Hof over de bestaanbaarheid van artikel 14, § 1, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet « in zoverre het de kandidaten voor een ambt in de magistratuur een beroep bij de Raad van State ontzegt tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door de Hoge Raad voor de Justitie en die tot gevolg hebben dat hun de toegang tot het ambt van magistraat wordt ontzegd, terwijl de kandidaten voor een ander openbaar ambt over een dergelijk beroep beschikken tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door SELOR ».

Im Anschluss an diese Feststellung befragt der Staatsrat den Hof zur Vereinbarkeit von Artikel 14 § 1 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, « indem er den Bewerbern um ein Amt in der Magistratur eine Klagemöglichkeit beim Staatsrat gegen vom Hohen Justizrat ihnen gegenüber getroffene Entscheidungen versagt, die dazu führen, dass ihnen der Zugang zum Amt eines Magistrats verwehrt wird, während die Bewerber um ein anderes öffentliches Amt wohl über eine solche Klagemöglichkeit gegen die Entscheidungen, die SELOR ihnen gegenüber getroffen hat, verfügen ».


Overwegende dat de bedrijfsvergunning die hij op 27 juni 2011 kreeg voor de verlenging van de vergunningen voor de bestaande aanhorigheden van de steengroeve, de regularisering van de recente aanhorigheden en de vergunning voor de oppomping en de lozing van opgediept water, waarvan de auteur van het onderzoek meldt dat daar hoger beroep tegen aangetekend werd, hem op 21 oktober 2011 geweigerd is door de Minister van Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit; dat de aanvrager bijgevolg naar de Raad van State is gegaan ...[+++]

In der Erwägung, dass die ihm am 27. Juni 2011 erteilte Globalgenehmigung in Bezug auf die Erneuerung der Genehmigungen für die bestehenden Steinbruchnebenbauten, die Regularisierung der neuen Nebenbauten und die Genehmigung zur Grubenentwässerung und zur Ableitung des Grubenwassers, gegen die nach Angabe des Verfassers eine Beschwerde eingereicht worden war, ihm vom Minister für Raumordnung und Mobilität am 21. Oktober 2011 verweigert wurde; dass der Antragsteller deswegen am 27. Dezember 2011 den Staatsrat anrief, um den vorgenannten ministeriellen Erlass für nichtig erklären zu lassen; dass der Staatsrat am 19. Januar 2016 den b ...[+++]


De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 21, tweede lid, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State, toegepast in het kader van een cassatieberoep bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf Artikel 21 Absatz 2 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, angewandt im Rahmen einer Kassationsbeschwerde bei der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates gegen einen Entscheid des Rates für Genehmigungsstreitsachen.


« Schendt artikel 14, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals het voortvloeit uit de wet van 15 mei 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de kandidaten voor een ambt in de magistratuur een beroep bij de Raad van State ontzegt tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door de Hoge Raad voor de Justitie en die tot gevolg hebben dat hun de toegang tot het ambt van magistraat wordt ontzegd, terwijl de kandidaten voor een ander openbaar ambt over een dergelijk beroep beschikken tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door Selor ?

« Verstösst Artikel 14 § 1 Nr. 2 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, in der aus dem Gesetz vom 15. Mai 2007 sich ergebenden Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den Bewerbern um ein Amt in der Magistratur eine Klagemöglichkeit beim Staatsrat gegen vom Hohen Justizrat ihnen gegenüber getroffene Entscheidungen versagt, die dazu führen, dass ihnen der Zugang zum Amt eines Magistrats verwehrt wird, während die Bewerber um ein anderes öffentliches Amt wohl über eine solche Klagemöglichkeit gegen die Entscheidungen, die Selor ihnen gegenüber getroffen hat, verfügen?


Na die vaststelling te hebben gedaan, ondervraagt de Raad van State het Hof over de bestaanbaarheid van artikel 14, § 1, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet « in zoverre het de kandidaten voor een ambt in de magistratuur een beroep bij de Raad van State ontzegt tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door de Hoge Raad voor de Justitie, terwijl de andere kandidaten voor een openbaar ambt over een dergelijk beroep beschikken tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door Selor ».

Im Anschluss an diese Feststellung befragt der Staatsrat den Hof zur Vereinbarkeit von Artikel 14 § 1 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, « indem er den Bewerbern um ein Amt in der Magistratur eine Klagemöglichkeit beim Staatsrat gegen vom Hohen Justizrat ihnen gegenüber getroffene Entscheidungen versagt, während die anderen Bewerber um ein öffentliches Amt wohl über eine solche Klagemöglichkeit gegen die Entscheidungen, die Selor ihnen gegenüber getroffen hat, verfügen ».


« Schendt artikel 14, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals het voortvloeit uit de wet van 15 mei 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de kandidaten voor een ambt in de magistratuur een beroep bij de Raad van State ontzegt tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door de Hoge Raad voor de Justitie, terwijl de andere kandidaten voor een openbaar ambt over een dergelijk beroep beschikken tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door Selor ?

« Verstösst Artikel 14 § 1 Nr. 2 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, in der aus dem Gesetz vom 15. Mai 2007 sich ergebenden Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den Bewerbern um ein Amt in der Magistratur eine Klagemöglichkeit beim Staatsrat gegen vom Hohen Justizrat ihnen gegenüber getroffene Entscheidungen versagt, während die anderen Bewerber um ein öffentliches Amt wohl über eine solche Klagemöglichkeit gegen die Entscheidungen, die Selor ihnen gegenüber getroffen hat, verfügen?




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'raad van state ontzegt tegen' ->

Date index: 2021-08-22
w