Voor de zittingsperiode van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap die op 13 juni 1999 begonnen is, worden de leden van de raad, in afwijking van artikel 8, § 2, lid 3, bij de vierde zitting van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap volgend op zijn vernieuwing gekozen. Tot de vierde zitting volgend op de vernieuwing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap blijven de leden in ambt die voor de vorige zittingsperiode gekozen werden».
Für die Legislaturperiode des Rates der Deutschsprachigen Gemeinschaft, die am 13. Juni 1999 begonnen hat, erfolgt die Wahl der Mitglieder des Rates in Abweichung zu Artikel 8 § 2 Absatz 3 auf der vierten Sitzung nach der Einsetzung des Rates der Deutschsprachigen Gemeinschaft.