- Voorzitter, mijnheer de Raadsvoorzitter, mevrouw de commissaris, na al wat er al gezegd is, zou ik het volgende nog aan u willen voorleggen.
- (NL) Herr Präsident, Herr amtierender Ratsvorsitzender, Frau Kommissarin! Nach allem, was gesagt worden ist, möchte ich Ihnen noch Folgendes vortragen.