11. erkent dat liberalisering voor de verbruiker zowel negatieve als positieve uitwerkingen kan hebben en benadrukt dat het openleggen van de markt voor diensten van algemeen belang noodzakelijkerwijze begeleid moet worden met de nodige waarborgen voor behoud van de kwaliteit van de dienstverlening en eerbiediging van milieu- en veiligheidsvoorschriften, om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften en beperkingen van de randgebieden en uiterste randgebieden van de Europese Unie, zoals in het bijzonder bedoeld in artikel 158 en 299 van het verdrag;
11. anerkennt, dass die Liberalisierung negative wie positive Auswirkungen für den Verbraucher haben kann, und betont, dass die Marktöffnung im Bereich der Leistungen der Daseinsvorsorge unbedingt mit den zur Erhaltung der Qualität der Dienstleistungen und der Umwelt- und Sicherheitsstandards erforderlichen Garantien einhergehen muss, um den besonderen Bedürfnissen und Zwängen der Randregionen und Regionen in äußerster Randlage der Europäischen Union Rechnung zu tragen, die speziell in den Artikeln 158 und 299 des EG-Vertrags genannt sind;