In zoverre het middel is gericht tegen de mogelijkheid op zich van de mutualistische entiteiten om voorhuwelijkssparen aan te bieden, is het ratione temporis niet ontvankelijk, aangezien die activiteit is geregeld bij artikel 7, § 4, eerste lid, van de Ziekenfondswet, dat door de wet van 26 april 2010 niet wordt gewijzigd.
Insofern der Klagegrund gegen die Möglichkeit - an sich - der Träger auf Gegenseitigkeit, voreheliches Sparen anzubieten, gerichtet ist, ist er ratione temporis unzulässig, weil diese Tätigkeit durch Artikel 7 § 4 Absatz 1 des Krankenkassengesetzes geregelt wird, der durch das Gesetz vom 26. April 2010 nicht abgeändert wird.