23. wijst erop dat artikel 15 VEU slechts specifiek voor de administratieve documenten van het Hof van Justitie geldt, maar dat het Hof krachtens artikel 1 VEU evenals alle andere instellingen, organen en instanties van de Unie „in een zo groot mogelijke openheid” dient te werken; verzoekt het Hof na te gaan hoe zijn rechterlijke werkzaamheden transparanter kunnen worden, omdat er niet alleen „recht moet worden gedaan”, maar het „recht doen” ook zichtbaar moet zijn , en zich wat zijn administratieve werkzaamheden betreft volledig aan Verordening (EG) nr. 1049/2001 te houden;
23. hebt hervor, dass Artikel 15 AEUV zwar nur speziell für Verwaltungsdokumente des Gerichtshofs gilt, dass jedoch der Gerichtshof, wie alle anderen Organe, Einrichtungen und sonstigen Stellen der EU „unter weitestgehender Beachtung des Grundsatzes der Offenheit“ gemäß Artikel 1 EUV handeln muss; fordert deshalb den Gerichtshof auf, Wege zu prüfen, um die Transparenz seiner Rechtspflegeaktivitäten zu erhöhen – da nicht nur Recht gesprochen, sondern auch gesehen werden muss – und bezogen auf seine Verwaltungsaktivitäten die Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 umfassend zu berücksichtigen;