Dat een persoon met de national
iteit van een derde land die gezinslid is van een communautaire werknemer, voorafgaand aan
het verblijf in de lidstaat waar de werknemer betaald werk heeft verri
cht, naar nationaal recht geen verblijfsrecht had in de lidstaat waarvan die werknemer de nationaliteit bezit, is voor de beoordeling van het recht van deze per
soon op verblijf in laatstgenoemde ...[+++] lidstaat van geen belang » (HvJ, 11 december 2007, C-291/05, Eind).
Es hat keinen Einfluss auf das Recht eines Staatsangehörigen eines Drittstaats, der Familienangehöriger eines Gemeinschaftsarbeitnehmers ist, sich in dem Mitgliedstaat aufzuhalten, dem der Arbeitnehmer angehört, wenn der Staatsangehörige des Drittstaats vor dem Aufenthalt in dem Mitgliedstaat, in dem der Arbeitnehmer einer Tätigkeit im Lohn- oder Gehaltsverhältnis nachgegangen ist, in dem erstgenannten Mitgliedstaat kein auf nationalem Recht beruhendes Aufenthaltsrecht hatte » (EuGH, 11. Dezember 2007, C-291/05, Eind).