Met de zesde prejudiciële vraag wenst de Raad van State van het Hof te vernemen of paragraaf 2 van de in het geding zijnde bepaling, in die zin geï
nterpreteerd dat de term « stukken » alleen slaat op « procedurestukken » die uitgaan van de partijen en niet op de bewijsstukken, in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 14 van het Europ
ees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 14 en 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in
...[+++] zoverre die bepaling geen enkele verplichting inhoudt om die stukken ten behoeve van de Raad van State te vertalen, terwijl de rechtzoekende die bij een rechtspleging voor het Hof is betrokken, op grond van artikel 63, § 4, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, ten behoeve van dat laatste een vertaling zou kunnen vragen van de bewijsstukken in het Frans of in het Nederlands, naar gelang van het geval.Mit der sechsten präjudiziellen Frage möchte de
r Staatsrat vom Hof vernehmen, ob Paragraph 2 der fraglichen Bestimmung, ausgelegt in dem Sinn, dass der Begriff « Unterlagen » nur « Verfahrensunterlagen » betrifft, die von den Parteien ausgehen, und nicht die Beweisstücke, im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6 Absatz 1 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 14 und 26 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte stehe, insofern diese Bestimmung keinerlei V
...[+++]erpflichtung beinhalte, diese Schriftstücke für den Staatsrat zu übersetzen, während der Rechtsuchende, der an einem Verfahren vor dem Hof beteiligt sei, aufgrund von Artikel 63 § 4 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 für den Letztgenannten eine Ubersetzung der Beweisstücke je nach Fall in Französisch oder Niederländisch beantragen könne.