Door te verwijzen naar artikel 5 van de wet van 5 juli 1994 zou de bestreden bepaling de tweede categorie van farmaceutische ondernemingen bedoeld in B.9.1 het voordeel ontzeggen van de uitsluiting bepaald in artikel 191, eerste lid, 15°, vierde lid, 3°, van de wet van 14 juli 1994 en derhalve het recht om zonder discriminatie de rechten te genieten die artikel 26, leden 1 en 2, artikel 28, lid 2, eerste zin, en artikel 126, eerste alinea, van de voormelde richtlijn van 6 november 2001 aan hen zouden toekennen.
Durch den Verweis auf Artikel 5 des Gesetzes vom 5. Juli 1994 entziehe die angefochtene Bestimmung der zweiten Kategorie von pharmazeutischen Unternehmen im Sinne von B.9.1 den Vorteil des in Artikel 191 Absatz 1 Nr. 15 Absatz 4 Nr. 3 des Gesetzes vom 14. Juli 1994 vorgesehenen Ausschlusses und somit des Rechtes, ohne Diskriminierung Rechte zu geniessen, die ihnen Artikel 26 Absätze 1 und 2, Artikel 28 Absatz 2 erster Satz und Artikel 126 Unterabsatz 1 der vorerwähnten Richtlinie vom 6. November 2001 gewährten.