Wanneer voor de rechter aangevoerde feiten discriminatie kunnen doen vermoeden, dient de verweerder te bewijzen dat het beginsel van gelijke behandeling niet werd geschonden (omkering van de bewijslast).
Wenn vor einem Gericht Tatsachen vorgebracht wurden, die das Vorliegen von Diskriminierung vermuten lassen, obliegt es dem Beklagten, zu beweisen, dass keine Verletzung des Gleichbehandlungsgrundsatzes vorgelegen hat (Umkehr der Beweislast).