Het openbaar ministerie, de rechtshandhavingsinstanties en de rechterlijke instanties moeten daarom garanderen dat die personen de rechten waarin deze richtlijn voorziet, daadwerkelijk kunnen uitoefenen, bijvoorbeeld door rekening te houden met mogelijke kwetsbaarheid, ertoe leidend dat zij het recht op toegang tot een advocaat niet goed kunnen oefenen en een derde niet van hun vrijheidsbeneming op de hoogte kunnen brengen, en door passende maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat die rechten gewaarborgd worden.
Anklage-, Strafverfolgungs-, und Justizbehörden sollten es solchen Personen daher erleichtern, die in dieser Richtlinie vorgesehenen Rechte wirksam auszuüben, zum Beispiel indem sie etwaige Benachteiligungen, die die Fähigkeit der Personen beeinträchtigen, das Recht auf Rechtsbeistand und auf Benachrichtigung eines Dritten beim Freiheitsentzug wahrzunehmen, berücksichtigen und indem sie geeignete Schritte unternehmen, um sicherzustellen, dass diese Rechte gewährleistet sind.